Na de Tweede Wereldoorlog krijgt vrijwel elk dorp in de gemeente Ede de beschikking over een eigen rioolwaterzuiveringsinstallatie. Die bestaan doorgaans uit een gemaal, een bergingsbassin en een reeks tanks waar het afvalwater kan bezinken, beluchten en nabezinken. Onderdeel van deze installatie is het ‘Kees van Lohuizenpark’, een ontoegankelijk natuurontwikkelingsgebied aan de westzijde van Ede.
Het complex wordt gedomineerd door een twintig meter hoog gemaal met verdeeltoren. Dat robuuste bouwwerk van beton is opgebouwd uit geometrische vormen: een driehoek, een rechthoek, een trapezium, een cilinder en een kegel. Motoren bovenin het gemaal zetten schroefvormige vijzels in werking. Die brengen het ongezuiverde rioolwater naar het hoogste punt van de installatie. Door de werking van de zwaartekracht wordt het water vervolgens langs een aantal roosters, bedden en tanks geleid. Zo worden steeds kleinere afvaldeeltjes verwijderd en tussentijds zuurstof toegevoegd. Uiteindelijk stroomt het gezuiverde water uit op het oppervlaktewater. De steeds strengere eisen voor afvalwaterzuivering lopen gelijk op met het toegenomen milieubewustzijn sinds de jaren zestig.
Auteur:
Leon van Meijel
Fotografie:
Gert Jan Koster
Tekeningen:
Bouwarchief Ede
Eerder gepubliceerd in:
Leon van Meijel, Post ’65-erfgoed in de gemeente Ede (1965-1990): 30 alledaagse en uitzonderlijke iconen, Ede / Nijmegen, 2023