Warmtedistributie werd vanaf begin jaren tachtig in Nederlandse nieuwbouwwijken gebruikelijk als milieuvriendelijk alternatief voor het verwarmen van huizen met aardgasverbranding. In Purmerend werd tegelijk met de bouw van de wijk Purmer-Noord een warmtecentrale en een stelsel van verdelingshuisjes aangelegd voor de distributie van stadsverwarming. Het ontwerp is van de architectencombinatie Hoekstra Roosenburg Van Buul Garveling, die ook in Nieuwegein de hulpwarmtecentrale bouwden.
De warmtecentrale staat aan de Waterlandlaan tegenover het ziekenhuis en heeft een voor de jaren zeventig kenmerkende vorm, die sterk doet denken aan de experimentele woningbouwprojecten met kubuswoningen in Helmond (1977) en Rotterdam (1984) van architect Piet Blom. Het ketelhuis en het pomphuis zijn namelijk ondergebracht in drie geschakelde bouwvolumes in de vorm van gekantelde kubussen, waardoor piramidevormen met drie vierkante dakvlakken zijn ontstaan. De daken zijn belegd met golfplaten, het puntje van het dak is geaccentueerd door oranje beplating en te midden van de kubussen staan de roestvrijstalen schoorstenen. Bijzonder is dat alle gebouwen van het stadsverwarmingsnetwerk onmiskenbaar een ensemble vormen, doordat in de woonwijk Purmer-Noord op straathoeken, op pleintjes en op andere goed zichtbare plekken miniatuurversies van de warmtecentrale zijn geplaatst: de kubische basisvorm is herhaald in de 22 alzijdige verdelingsgebouwtjes.
Ze zijn ontworpen met een hexagonale plattegrond, waarvan één zijde een toegang heeft voor de monteur. De dakvlakken van de kleine piramides zijn uitgevoerd in onbewerkt beton, maar de stalen ventilatiekap en deur zijn blauw geschilderd met felrode accenten. Inmiddels zijn de huisjes ook als canvas gebruikt voor allerlei soorten streetart. Ze zijn daardoor een opvallende verschijning in de overwegend kleurloze woonbuurten. De vormgevers hebben niet geprobeerd de nutsvoorziening te verstoppen, kleiner of onopvallender te maken. Integendeel, de futuristische vormen en felle kleuren maken de huisjes juist tot vervreemdende elementen in de woonwijk en prikkelen daarmee de fantasie van wie er maar voor open staat.
Michelle Provoost
uit: Bouwen aan de Geluksmachine, International New Town Institute, 2025



Fotografie: Maarten Laupman. Archiefbeelden: Bouwen aan de Geluksmachine









