Politiebureau en brandweerkazerne, Zoetermeer

De beide lage gebouwen zijn opgetrokken in baksteen en vullen een langgerekt kavel in het stadscentrum, langs de Europaweg. Meest opvallend is de vriendelijke uitstraling van de panden die wordt bewerkstelligd door de kleinschalige maatvoering, de baksteen gevels, gesegmenteerde raampartijen, schuine kappen en variërende bouwhoogtes. Het complex oogt daardoor wellicht meer als een woningbouwproject dan als een kantorengebouw.

De panden waren de eerst gerealiseerde gebouwen van het nieuwe stadscentrum, en stonden jarenlang in een lege vlakte. Ze zijn ontworpen door de toenmalige gemeentearchitect Frans de Man die ook verantwoordelijk is voor het oorspronkelijke ontwerp van het Stadhuis aan het Stadhuisplein en de Markt (1983-1987).

Het politiebureau heeft een V-vormige plattegrond die de richtingen van de omliggende hoofdwegen volgt. De bouwhoogte varieert van twee tot vijf bouwlagen. De publieksingang ligt bij de kegelvormige, hoge glazen hal. Op het open binnenplein bevindt zich de entree voor het politiepersoneel. De kantoren en uitrukgarage van de brandweer vormen een carré. De hoge, volumineuze slangentoren met trappen aan de buitenzijde, voor oefeningen van het brandweercorps en voor het uithangen van de brandslangen, markeert de hoofdingang. De werkplaatsen zijn aan de straatzijde georiënteerd zodat het complex bijdraagt aan de levendigheid in het centrum.

Het hele ontwerp is gebaseerd op een raster van 1.20 meter met verdraaiingen van 45 graden. Betonnen kolommen en vloeren zijn ter plekke gestort en zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde omhuld met baksteen. Afgeschuinde dakvlakken zijn belegd met koperkleurige eternit leien.

Het kunstwerk van gekleurde perspexelementen is van Joost Baljeu en het lichtbaken, van aluminium buizen en perspex kubussen van Margot Zanstra, de vrouw van architect Piet Zanstra die betrokken was bij diverse projecten in Zoetermeer.