Architect Abe Bonnema is wel eens ‘de stijlbewuste kameleon van de Nederlandse architectuur’ genoemd en het PEN-dorp laat goed zien waarom. Tussen de strakke en modernistische gebouwen als het Girokantoor in Leeuwarden (1971) en het kantoor voor Nationale Nederlanden in Rotterdam (1991) ontwierp Bonnema een reeks werken die eerder structuralistisch te noemen is. Daartoe behoort ook het kantoor voor het Provinciaal Electriciteitsbedrijf Noord Holland. Op basis van een vierkant van 7,2 x 7,2 meter ontwikkelde hij een plattegrond voor het grootste kantoor van Alkmaar dat ondanks zijn afmetingen de sfeer had van een dorp. Het past in het denken van de jaren zeventig om ook kantoorgebouwen als gemeenschappen te beschouwen en de werknemers als bewoners, met de architectuur als een middel om elkaar te ontmoeten, jezelf te ontplooien of -dat mocht natuurlijk ook- je af te zonderen.
De locatiekeuze voor het kantoor kwam voort uit het beleid van de nationale overheid om werkgelegenheid te decentraliseren. Het hoofdkantoor van de PEN bleef in Bloemendaal, maar alle technische diensten verhuisden naar Alkmaar. Gelegen tussen ontsluitingswegen, volkstuinen en een kanaal, straalt het complex eerder huiselijkheid en gemoedelijkheid uit dan de zakelijkheid en efficiëntie die je van een kantoor zou verwachten. Het is een compleet dorp voor 500 werknemers, met binnentuinen naar ontwerp van Mien Ruys, terrassen, een sporthal, een kantine en allerhande koffiehoekjes en werkplekken. De werknemers hadden een grote stem in de keuze van de architect, de bouwfilosofie, de eerste schetsen tot en met de keuze van het meubilair. Op hun verzoek combineerde Bonnema twee typische concepten uit de jaren zeventig om het PEN kantoor te ontwerpen. Ten eerste is er de schakeling van vierkanten in clusters, waarin zowel de kamerkantoren als de kantoortuinen een plek kregen, en waarmee de massa van het gebouw werd opgedeeld in kleinere delen. Het tweede concept was dat van de lange oranje pannendaken en de getrapte opbouw, waardoor ook in verticale zin de massa van het gebouw visueel werd verkleind. Met het gebruik van baksteen en de in het zicht gelaten constructie werd bovendien de huiselijkheid van een dorp of een boerderij gesuggereerd.
De opvolger van PEN, Liander, trok in 2016 uit het gebouw. Onbegrijpelijk maar ironisch is dat het uitzonderlijke kantoorcomplex gesloopt zal worden om een woonwijk te realiseren, naar ontwerp van bureau De Zwarte Hond, het bureau dat zich eerder met dat van Bonnema associeerde; de oprichters van beide bureaus waren vrienden.
Michelle Provoost
uit: Bouwen aan de Geluksmachine, International New Town Institute, 2025

Fotografie: Maarten Laupman. Archiefbeelden: Bouwen aan de Geluksmachine









