In 1993 stopte de steenfabricage op de heide bij Udenhout. In 2006 kwam de steenfabriek in handen van de Gemeente Tilburg, die het complex een jaar later doorverkocht aan het Brabants Landschap. Het complex werd afgebroken; het terrein van zeventien hectare is sindsdien grotendeels getransformeerd tot een kleinschalig agrarisch cultuurlandschap.

Het plan werd opgevat om de voormalige ontmoetings- en expositieruimte uit 1976-1977 te behouden en een nieuwe, maatschappelijke bestemming te geven als informatiecentrum, kantoor-/werkruimten en horecavoorziening. Omdat het gebouw bij de vaststelling van het bestemmingsplan was ‘wegbestemd’, was herbestemming hierdoor niet meer mogelijk, tenzij het gebouw als ‘cultuurhistorisch waardevol’ kon worden aangemerkt.

Uit het onderzoek bleek dat het gebouw een hoge cultuurhistorische en architectuurhistorische vertegenwoordigt. Met name de bijzondere wijze waarop het gebouw is vormgegeven, alsmede het materiaalgebruik zijn van belang. De grote, gesloten expositieruimte wordt omringd door enkele kleinere (kantoor-)ruimten, van waaruit het omliggende landschap goed zichtbaar is. De muren bestaan afwisselend uit gestuukt en schoon metselwerk en zijn voorzien van aluminium kozijnen en een houten plafondafwerking. Ook het aanwezige kunstwerk van Theo van Amstel, bestaande uit een mozaïek van diverse soorten baksteen, bleek een belangrijke toegevoegde waarde.