Tijdens de Koude Oorlog stonden het Warschau Pact van het communistische Oosten en het NAVO-bondgenootschap van het kapitalistische Westen tegenover elkaar. Beide machtsblokken bouwden een enorm arsenaal atoomwapens op. Iedereen hield serieus rekening met een nucleaire Derde Wereldoorlog. Daarom werd een grote legermacht paraat gehouden. Nederland werkte in het diepste geheim aan verdedigingslinies, opslagplaatsen, oefenterreinen, observatietorens en bunkers. Als voorzorgsmaatregel werden er ook schuilkelders gebouwd voor burgers en ondergrondse noodzetels voor bestuursorganen. Deze beveiligde onderkomens raakten veelal in onbruik na de val van de Berlijnse Muur en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en het Warschau Pact in de periode 1989-1991.
Op verzoek van de NAVO worden op Vliegbasis Deelen enige tijd straaljagers gestationeerd als onderdeel van de luchtverdediging. Op beide uiteinden van de start- en landingsbaan komt een grotendeels ondergrondse bunker van gewapend beton met boven het maaiveld een kleine observatieruimte van staal en glas: Bunker KZ-IV. Vanuit die ruimte hebben waarnemers goed zicht op de inkomende vliegtuigen. Zij informeren de piloten over het uitklappen van het landingsgestel. Veiligheid staat immers voorop. Dat geldt ook voor het personeel in de bunker. De entree is namelijk voorzien van een ‘ontsmettingsstraat’ met haakse hoek, douche, kleedruimte en gasdeur. Dat moet radioactieve straling zoveel mogelijk buiten houden na een nucleaire aanval.
Auteur:
Leon van Meijel
Fotografie:
gemeente Ede
Link op: monumenten.nl
Eerder gepubliceerd in:
Leon van Meijel, Post ’65-erfgoed in de gemeente Ede (1965-1990): 30 alledaagse en uitzonderlijke iconen, Ede / Nijmegen, 2023