Hoofdkantoren zijn vaak een architectonische uitdrukking van corporate identity. Dat wil zeggen: het gebouw straalt uit waar de onderneming voor staat. In dit geval sluit de organische architectuur aan bij het bedrijfsprofiel van de ‘Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Zaaizaad en Pootgoed van Landbouwgewassen’. De scheve lijnen, veelhoekige vormen, ambachtelijke technieken en eerlijke materialen zijn aan de natuur ontleend. Het zien, voelen en ruiken daarvan draagt bij aan het geestelijk welzijn van de mens, zo is de gedachte. Daarom staan bij organisch bouwen duurzaam materiaalgebruik, energiebesparing, leefbaarheid en gebruiker centraal. Een bijkomend nieuw fenomeen destijds is de opkomst van de overlegcultuur. Het kantoorinterieur heeft daarom geen lange gangen met afgescheiden kamers, maar vrij indeelbare kantoortuinen met patio en koffiehoek. Overal op de werkvloer kunnen de medewerkers elkaar ongedwongen ontmoeten en inspireren. Een speciale plek is gereserveerd voor de grote vergaderzaal. Die ‘zweeft’ tussen de hoofdentree en de houten vakwerkliggers van het dak. Het uitkragende en golvende dak met leien doet denken aan een schildpad.
Auteur:
Leon van Meijel
Fotografie:
Gert Jan Koster
Tekeningen:
Bouwarchief Ede
Eerder gepubliceerd in:
Leon van Meijel, Post ’65-erfgoed in de gemeente Ede (1965-1990): 30 alledaagse en uitzonderlijke iconen, Ede / Nijmegen, 2023