Een honingraatpatroon van regelmatige zeshoeken is in de periode 1965-1990 uitermate populair als stramien om een gebouw op te ontwerpen. Daarmee wordt de gebruikelijke haakse hoek van 90 graden ingeruild voor afgeschuinde hoeken van 120 graden. Gebouwen zijn niet meer rechthoekig maar krijgen een brokkelige omtrek en zeszijdige vertrekken in wisselende groottes. Vaak krijgt elke zeshoek een eigen tentdak en zijn de grootste ruimtes iets hoger opgetrokken. Daardoor wordt het karakteristieke honingraatpatroon ook aan de buitenzijde zichtbaar in het daklandschap.
Zo ook bij het gemeentecentrum ‘De Brink’ naast de gereformeerde kerk in Bennekom. Het hoge tentdak en de vijf lage tentdaken corresponderen met de podiumzaal en de nevenruimtes waar allerlei activiteiten uit het dorpsleven plaatsvinden. De ruimtewerking is verrassend door de verspringende aaneenschakeling van grote en kleine ruimtes met verschillende hoogtes en vloerniveaus. Verder wordt de sfeer bepaald door grindbetonnen vloeren, schoonmetselwerk, schuifwanden en schrootjesplafonds. Aan de buitenzijde is de brokkelige omtrek opgevuld met geïntegreerde plantenbakken. De eigenwijze luifel boven de hoofdentree toont de driehoekige basisvorm van het zeshoekige ontwerpstramien.
Auteur:
Leon van Meijel
Fotografie:
Gert Jan Koster
Tekeningen:
Bouwarchief Ede
Eerder gepubliceerd in:
Leon van Meijel, Post ’65-erfgoed in de gemeente Ede (1965-1990): 30 alledaagse en uitzonderlijke iconen, Ede / Nijmegen, 2023